De linie-infanterie, die in dichte marsorde oprukte, werd vaak voorafgegaan door lichte infanterie-eenheden, Chasseurs, Tirailleurs of Voltigers. Hun doel was de vijand te hinderen om hun gelederen te verstoren of hun bakens (officieren, trommelaars, vaandeldragers) aan te vallen. De Keizerlijke Garde had ook lichte infanterieregimenten in haar gelederen.
48 ongeschilderde figuren.